“In gesprek met de beer”

Sterrenschool Apeldoorn succesvol ondanks obstakels

De Sterrenschool in Apeldoorn draait alweer enige jaren met succes. Belangrijke pijlers: samenwerking met de kinderopvang, gepersonaliseerd leren en flexibele schooltijden. De Sterrenschool bewijst dat ingrijpende vernieuwing in het onderwijs haalbaar is. Toch gaat het niet vanzelf. Er zijn wel veel beren op de weg, erkent ook directeur Hans van der Most. “Je kan proberen de beer omver te rijden; dat gaat niet. Je kan eromheen rijden; dan komt de beer achter je aan. Je kan ook met de beer in gesprek gaan; dan lukt het soms wel.”

Hans van der Most geeft al jaren leiding aan de Sterrenschool (ook in de tijd dat de school nog een ‘gewone’ basisschool was). De school kampte tot 2010 met een ernstige daling van leerlingenaantallen. “We naderden het punt waarop we onszelf moesten afvragen of we nog wel verantwoord onderwijs konden geven.” Los daarvan signaleerde Hans een toenemende vraag vanuit de maatschappij om een andere benadering van onderwijs. Met flexibele schooltijden en meer maatwerk. Ten derde zag hij dat er een steeds grotere verscheidenheid aan kinderen op school kwam. “Dat was nog voor Passend Onderwijs. Ik wilde toen ook al dat die kinderen zo veel mogelijk onderwijs in hun eigen buurt kregen en ook daarvoor moet je het onderwijs anders organiseren.” Maar hoe?

Sterrenschoolconcept

Hans van der Most bleek niet de enige te zijn die met deze vraag bezig was. In 2008 kwam hij terecht bij een workshop over de Sterrenschool. Het werd een feest der herkenning. “Al die dingen die daar aan de orde kwamen, hadden wij intern ook al besproken.” Hans trad dat jaar toe tot de eerste Sterrenschooldenktank (Sterrenschool 1.0) en hij liet dit concept nooit meer los. Sterker nog: “Wat we op vrijdag aan de tekentafel bedachten, brachten we op maandag in de praktijk.”
Het eerste Sterrenschoolconcept had een groot manco: de samenwerking met de kinderopvang ontbrak. Hans van der Most ging wél met de kinderopvang in gesprek. Dat leidde op bestuursniveau tot een samenwerkingsverband met kinderopvangorganisatie OOK. Maar een intentie tot samenwerking en vernieuwing is geen garantie voor succes. Er waren vele uitdagingen en belemmeringen.
De allerbelangrijkste succesfactor vindt Hans van der Most dat beide partners echt willen. “Er moeten minimaal twee organisaties zijn die bereid zijn om samen te werken. Die bereid zijn hun nek uit te steken en te investeren. Die bereid zijn personeel naar de nieuwe organisatie te halen, waardoor je elders een gat creëert.”

Koudwatervrees bij medewerkers

Dat brengt Hans bij de tweede grote uitdaging die de partners tegenkwamen: zorgen dat je voldoende gemotiveerd en gekwalificeerd personeel hebt. “De grootste belemmering is misschien wel dat niet iedereen wil. Er is veel koudwatervrees.” Het was een van de eerste punten op de samenwerkingsagenda: hoe moet het team eruit zien? Moeten we verder met de mensen die nu bij ons werken? Zijn ze geschikt? Willen ze wel? Het antwoord was nee.”
De partners organiseerden een druk bezochte informatieavond voor medewerkers uit de opvang en het onderwijs. “Met ongeveer dertig aanwezigen zijn we doorgegaan. Onder hen nagenoeg het hele bestaande schoolteam.” Toch zijn er van het oorspronkelijke team van Hans nu bijna geen mensen meer werkzaam op de Sterrenschool. “Er wordt hier toch wel meer verwacht qua werkdruk en flexibiliteit. Als je in de zomervakantie niet twee weken wilt werken, moet je hier niet zijn.”

Flexibele tijden tegen de regels

De Sterrenschool Apeldoorn is immers vijftig weken per jaar open. “Voordat het mocht (voor de start van het Experiment flexibilisering onderwijstijd van OCW, red.) hadden wij al flexibele schooltijden.” De school liet zich niet tegenhouden door bestaande regelgeving. “We hebben hierover open kaart gespeeld, zowel naar de inspectie als de leerplichtambtenaar. In de eerste herfstvakantie stond de onderwijsinspecteur al om kwart voor 9 op de stoep. Ze had niet eens tijd om haar jas uit te trekken, maar wilde meteen de klas in.” Toen ze zag dat er echt onderwijs werd gegeven, was ze gerustgesteld. “Het was ook wel een geluk dat we een inspecteur hebben die vanuit haar persoonlijke visie achter ons concept staat. Die loopt minder hard naar de hoofdinspecteur om dan terug te komen met aanwijzingen.” Ruggensteun van het eigen bestuur is ook essentieel. “Mijn bestuur (Leerplein 055, red.) zei: ‘We gaan tot het gaatje. Als het moet gaan we naar de rechter.’”

Smalle focus op Cito-scores

Het experiment met flexibele schooltijden is inmiddels afgelopen, maar de wet is nog niet aangepast. “Het ligt nu bij de politiek. De minister heeft beweerd dat flexibilisering de onderwijskwaliteit ten goede komt. Ga je meer gespreid naar school, dan krijg je meer individueel les: dat klopt wel. Maar flexibilisering leidt niet automatisch tot betere resultaten. Door ons nieuwe concept is mijn instroom veranderd en de school enorm gegroeid. Je kan het niet meer vergelijken. Toch worden we daar door de onderwijsinspecteur elk jaar weer over doorgezaagd. ” Hans pleit ervoor niet sec naar de Cito-resultaten te kijken. “Kijk eens verder. Naar het werkplezier, naar het soort kinderen dat hier nu op school zit. Kijk eens hoeveel kinderen ik nu heb die ergens anders zijn weggepest, naar de kinderen die het elders niet redden omdat ze daar teveel op hun tenen moesten lopen. Dan gaan de Cito-resultaten naar beneden, maar het aantal kinderen dat met plezier naar school gaat is wel gegroeid.”

Gezamenlijk management

De samenwerking tussen de school en de kinderopvang verloopt goed. “We hebben weleens verschillende inzichten, maar geen strijd.” De aansturing is in handen van Hans van der Most en een manager kinderopvang. “Eigenlijk ben ik gewoon schooldirecteur, maar ik heet nu manager onderwijs. De kinderopvanglocatie kende namelijk geen directeur. Als ik dan directeur zou heten, impliceert dat een hiërarchie. En die is er niet. We zijn gelijkwaardig.” Over sommige zaken beslist Hans alleen, over andere zaken de manager kinderopvang en er zijn zaken waarover ze gezamenlijk beslissen.

Twee arbeidscontracten, twee cao’s, twee…

Bijvoorbeeld als het gaat om de functioneringsgesprekken met de zogeheten combinatiefunctionarissen. De Sterrenschool heeft er vijf in dienst: zij werken als onderwijsassistent/leerkrachtondersteuner én als pedagogisch medewerker. “Dus voor de ene halve baan zijn ze juf en voor de andere halve baan zijn ze Joke van de kinderopvang.” Deze combinatiefunctionarissen hebben twee arbeidscontracten, twee cao’s, twee werkgevers et cetera. Er is wel naar alternatieven gekeken  – “een coöperatie of een nieuw gezamenlijk bestuur onder de bestaande besturen” – maar zonder succes. Ook detacheren bleek geen optie. “Dat kost meteen 21 procent btw. Dan heb je vijf personeelsleden en moet je er zes betalen. Het is gewoon niet te doen. Zeker nu niet meer, nu onderwijs en opvang onder verschillende ministeries vallen. Zo is het in Nederland nu eenmaal geregeld.”

Gescheiden medezeggenschap

Ook de medezeggenschap is gescheiden. “Het is onmogelijk om één medezeggenschapsorgaan te creëren voor beide organisaties. Verzachtend is dat beide medezeggenschapsorganen – de medezeggenschapsraad van de school en de ouderraad van de kinderopvang – overwegend over andere zaken beslissen. “De grote overeenkomst zit in de pedagogische lijn. Bij tijd en wijle zitten er commissieleden over en weer bij vergaderingen. Ik hoop dat we straks zo ver zijn dat we één lid hebben dat zowel zitting heeft in de MR als de OR. Dat is dan zeg maar de ‘combinatiefunctionaris medezeggenschap’.”

Toekomst met tablets

Er is veel bereikt. Zonder invoering van het Sterrenschoolconcept zou Hans van der Most het schooljaar 2010/11 begonnen zijn met 49 leerlingen. Inmiddels telt zijn school er 149. Ouders zijn tevreden en leerlingen gelukkig. Desalniettemin zijn er nog ambities te over. Op het gebied van huisvesting, flexibilisering van schooltijden en ICT bijvoorbeeld. “Binnenkort gaan we met tablets werken. Ook op dat gebied zijn er heus nog beren op de weg. Tablets die niet werken, software die niet werkt of er gewoon niet is. We zien wel. Het klinkt misschien nonchalant, zo bedoel ik het niet. Elk probleem dat we tegenkomen gaan we aan. Werken met tablets is een voorwaarde om verder te komen met gepersonaliseerd leren. Als we alle belemmeringen eerst hadden willen slechten, waren we nooit begonnen.”

Gratis checklist

Als organisaties in onderwijs en opvang gaan samenwerken blijken wensen en regels nog vaak te botsen. Tijdige alertheid, verwachtingenmanagement en (soms) enige juridische hulp kunnen frustraties enigszins beperken. Daarom stelde B&T een handige checklist op: Voetangels en klemmen bij de inrichting van IKC’s.

Heeft u vragen?

Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van dit artikel of de genoemde checklist? Neem dan gerust contact op met ons.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.