Niet het werk drukt, maar de tijd

Hoe het onderwijs een andere tijdzone kent

We zitten lang na schooltijd in een natuurkundelokaal in een bijeenkomst over de profilering van de school. Er worden goede dingen gezegd, de energie van de docenten werkt aanstekelijk. En elke 50 minuten valt het gesprek stil. Een sonore, dwingende toeter klinkt door de lege gangen en overstemt alles. We kijken allemaal even devoot naar beneden en wachten. Dan kan het verder.

Tijd is het meest gelijk verdeelde middel dat er is. Iedereen beschikt over 24 uur per dag. De manier waarop we tijd indelen en meten werkt behoorlijk goed. Of het nu gaat om de dagelijkse maaltijd (‘twee Calzone, over een halfuurtje’) of nieuwe sociale media (laatst gezien om 03:45). Het systeem roept ook geen weerstand op, integendeel. We hebben allemaal vroeger voor de vitrine van de HEMA gestaan om te bedenken welk glanzend horloge we voor onze verjaardag zouden vragen. Een horloge maakt je baas over de tijd, zodat je zelf kunt zien wanneer het allemaal begint, ophoudt en hoe lang het duurt. En dat wil je.

Roeptoeter

Maar wie denkt dat het tijd-dingetje naar tevredenheid is opgelost, heeft buiten de inventiviteit van het onderwijs gerekend. Uren van 60 minuten? Dat kan anders. We nemen 50 of 70 minuten, of blokuren van 90 of 100 minuten. Kijk, dat schiet op. En we gaan die uren opnieuw ordenen. We spreken niet meer over kwart over 8, maar over het eerste uur. Tussen die uren plannen we pauzes van 20 of 40 minuten. Dat maakt het wat onregelmatig, maar als we stug doortellen in het tweede, derde en vierde uur valt het mee. En we hangen een roeptoeter op, als late herinnering aan de 19e-eeuwse fabrieken, die ons in het gareel van de tijd houdt. Beter.

Enorme bende

Wie een schoolplein opwandelt, stapt in een andere tijdzone. Hoe vaak ben ik niet uitgenodigd voor een sectievergadering in het vijfde uur of een coachgesprek tijdens het zesde uur? Altijd vraag ik hoe laat dat uur dan begint. En altijd zie ik die heldere en geïnteresseerde ogen van leraren heel even op blank gaan. Vraag een leraar in welk lokaal hij of zij tien jaar geleden lesgaf en het is zomaar paraat. Vraag naar het gemiddelde cijfer op het laatste rapport en het komt. Maar vraag hoe laat een uur begint en er is heel even kortsluiting: ‘Wanneer het zesde uur begint? Gewoon, na de pauze, hoezo?’

Maar al het werk van leraren dat niet zo direct aan lesuren vastzit, dat zal dan toch wel wat organischer geregeld zijn? Nou, nee. Het is een enorme bende geworden van gemiddelde voorbereidingstijd, normjaartaken, taakuren, fte’s en wat de nieuwe CAO daarover wel of niet bedoelt. Op veel scholen heerst de stilzwijgende afspraak dat we het er niet meer over hebben. Als het echt te veel wordt lossen we het op. En verder zorgen we dat we doen wat er moet gebeuren. Omdat we van ons vak houden. De rest is gedoe.

Geen werkdruk

Die sessie in dat natuurkundelokaal is helemaal goed gekomen. Om een uur of vijf hield de schoolbel ermee op en overzagen we een groot whiteboard dat volhing met post-its waar allemaal goede ideeën op stonden. Er bestaat geen werkdruk in het onderwijs. Het werk stuwt ons vooruit en tilt ons op. Niet het werk drukt, maar de tijd.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.