Vrijwillig fuseren

Een oplossing bij krimp

Stedum, Wirdum, Garrelsweer… Kleine dorpen in de Noord-Groningse gemeente Loppersum. Aan de rand van het land. Waar de bevolkingskrimp hard toeslaat. Scholen lopen leeg. Actie is geboden. Twee besturen – één openbaar en één bijzonder – sloegen de handen ineen en twee vrijwillige scholenfusies naderen nu hun voltooiing. Een effectieve oplossing bij krimp. Zónder verliezers.

Dick Henderikse is er trots op. Als algemeen directeur van een van de twee besturen, Stichting Openbaar Onderwijs Marenland, was hij nauw bij beide fusies betrokken. “Dit zijn de meest concrete resultaten van onze samenwerking tot nu toe.” Het zijn bijzondere fusies. In zowel Stedum als in Garrelsweer/Wirdum gaan twee scholen van verschillende besturen samen verder als samenwerkingsschool. In Stedum zal de nieuwe school deel uitmaken van Stichting Christelijk Primair Onderwijs Noordkwartier en in Garrelsweer/Wirdum van Stichting Marenland.

Wortels

De fusies hebben hun wortels in een al enkele jaren durende regionale samenwerking. Toen de krimp zich aandiende, besloten vier schoolbesturen en een organisatie voor kinderopvang, Kids2B, de koppen bij elkaar te steken. De nood was hoog. Volgens prognoses zou het aantal schoolkinderen tussen 2010 en 2030 met veertig procent dalen. Bovendien kende de regio veel zwakke scholen en worstelden de besturen met toenemende financiële krapte.

Kindvoorzieningen

“We maakten toen plannen voor de inrichting van kindvoorzieningen”, vertelt Dick Henderikse. Een oplossing bij krimp waarnaar onderwijs en opvang vaker grijpen. “Zo wilden we de voorzieningen clusteren en meteen een gezonde schaalgrootte realiseren.” Daaruit vloeide ook voort dat in dorpen met twee kleine scholen geprobeerd zou worden daar één school van te maken. Twee van de vier schoolbesturen – Marenland en Noordkwartier – en de kinderopvangorganisatie gingen concreet met de plannen aan de slag.

Vrijwillig fuseren

De meeste scholenfusies worden pas gerealiseerd als de bekostiging van rijkswege (i.v.m. de opheffingsnorm) wordt stopgezet.
Maar in dunbevolkte gebieden ligt de opheffingsnorm laag. Ook dan kunnen organisatorische, financiële en onderwijskundige aspecten goede redenen zijn om tijdig en vrijwillig te fuseren.

Stedum

Stedum stond bij de besturen hoog op de agenda. In het kader van het ‘Experiment geïntegreerde kindvoorzieningen op het Groninger platteland’ startte daar een onderzoek naar de mogelijkheden om de peuterspeelzaal, de gastouders en de twee scholen samen te voegen. Dit project kon rekenen op enthousiasme bij de ouders. “Toen die zeiden ‘laten we er maar één school van maken’, was de kracht om dit project tot een succes te maken enorm”, memoreert Henderikse. Mariët Schilperoort, die namens Van Beekveld & Terpstra beide fusieprocessen begeleidde, bevestigt dat: “Als betrokkenen zelf aan een oplossing bouwen – zelf de architect worden van de nieuwe school – komt er veel energie vrij.”

Wirdum en Garrelsweer

In Wirdum en Garrelsweer liep het anders. De scholen daar stonden aanvankelijk niet op de agenda van de besturen. Hier kwam het initiatief van de ouders. “Op een dag stonden ze bij ons op de stoep: ‘We hebben een idee. Wat als we die twee scholen nou eens samenvoegen?’” Voor de besturen was dat aanleiding de situatie te onderzoeken. Wat bleek, het potentiële leerlingenaantal was groter dan verwacht; een aanzienlijk aantal kinderen ging elders naar een grotere school. Bovendien gaven ouders aan dat ze hun kinderen wel in Garrelsweer of Wirdum naar school zouden laten gaan als de school wat groter zou zijn.” Nog sterker dan in Stedum blijkt hier het belang van ouderinitiatief. Henderikse: “Als ouders hier geen initiatief hadden genomen, hadden we de komende zomer waarschijnlijk twee scholen kunnen sluiten.”

Grens

Goede alternatieven voor de scholenfusies waren er niet, meent Henderikse. In andere plaatsen waar geen twee scholen zijn, worden die wel gezocht. Samengaan met een school in een ander dorp zou een oplossing kunnen zijn. “Maar dan verliest een van de dorpen zijn school.” Een verlies voor de gemeenschap en wellicht een bron van protest.
Een ander alternatief is een scholennetwerk waarin je intensief samenwerkt, een gezamenlijk beleid voert, één onderwijsteam hebt en één directeur, maar waarin je wél de locaties in stand houdt. Nadeel is echter dat het niets verandert aan de huisvestingskosten. “Wat is het minimale leerlingenaantal waarbij je een gebouw nog openhoudt?”
Stichting Marenland heeft hiervoor zelf een grens bepaald. “Wij willen op onze locaties minimaal vier leerlingengroepen in stand houden. Daarvoor zijn ongeveer tachtig leerlingen nodig.” Wetende dat de stichting nu negen scholen heeft met minder dan vijftig leerlingen, is dat een uitdagende ambitie.

Ingrediënten voor samenwerking

Henderikse onderscheidt ‘drie ingrediënten’ voor succesvol samenwerken op bestuursniveau. “Alle partners moeten in elk geval de noodzaak voelen om samen te werken. Daarnaast is het belangrijk dat je in principe bereid bent tot samenwerking. Wij werken al jaren op allerlei terreinen samen met het christelijke bestuur: een goede basis om ook samen naar oplossingen voor grotere problemen te zoeken.” Het laatste ingrediënt is van menselijke aard. “Samenwerken is mensenwerk. Je moet het op bestuursniveau samen goed kunnen vinden.”

“Fuseren heeft niets te maken met eigenbelang. Het gaat om een goede school voor de kinderen van het dorp. De eigen positie staat hier los van. Pas dan kun je met open ogen kijken naar de mogelijkheden. Denk in kansen!” (Rita Joustra, directeur CBS Klimop in Wirdum, die wordt samengevoegd met de plaatselijke openbare school)

Obstakels

Natuurlijk rezen er tijdens het fusieproces ook obstakels. “Ook al ben je nog zo bereid tot samenwerking, als twee besturen besluiten tot scholenfusie, moet je een aantal dingen goed geregeld hebben. En dat hadden we in eerste instantie niet.” Betreffende personeel, financiën en huisvesting bijvoorbeeld. Al snel kwam ook de vraag op tafel onder welk bestuur de gefuseerde scholen moesten vallen. Een vraag waarop beide besturen niet goed waren voorbereid. In Stedum en Wirdum/Garrelsweer vonden ze echter een pragmatische oplossing: elk bestuur krijgt een van de samenwerkingsscholen. “Een oplossing waarbij niemand zich winnaar of verliezer voelt.”
Een ander obstakel is van politieke aard. “Er was forse politieke weerstand. Vooral van partijen die het openbaar onderwijs steunen. Bovendien zijn de gemeenteraden in deze regio allemaal extreem verdeeld in hun standpunten over het behoud van kleine scholen. Dat maakt het wat ongrijpbaar.” In maart moet de raad van Loppersum besluiten over de fusies. “Men schat dat we nu een kleine meerderheid hebben, maar helemaal gerust ben ik niet.”

Openbaar en bijzonder

Iets wat elders in het land weleens tot moeilijkheden leidt, maar in Groningen niet, is het verschil in identiteit. “Een aantal jaren geleden had niemand ooit verwacht dat zo’n fusie haalbaar was”, vertelt Henderikse. “Niet alleen in het onderwijs bestond er een duidelijke scheiding tussen christelijk en openbaar, óók in het verenigingsleven bijvoorbeeld. Maar nu zeggen mensen: ‘Vreemd eigenlijk dat we al die jaren zo strikt gescheiden zijn geweest.’” Deze samenwerking heeft een uitstraling naar andere delen van de gemeenschap. “Als dit kan, kunnen we andere dingen ook wel samenvoegen.”

Het beste van beide

Dat identiteit uiteindelijk geen obstakel was, heeft niet alleen te maken met een groeiend urgentiebesef onder ouders, maar ook met de aandacht voor het thema tijdens het fusieproces. Daardoor groeiden mensen naar elkaar toe. “Het voorbereiden van  een fusie stimuleert het denken over identiteit”, benadrukt Mariët Schilperoort. “Waar sta je voor? Het uitgangspunt van samenwerking – ‘het beste van beide behouden’ – dwingt mensen om dat goed onder woorden te brengen.”

“Door het te willen, grote inzet en positieve samenwerking van alle betrokkenen, de kinderen, ouders, leerkrachten, besturen en de dorpsbewoners hebben we goed basisonderwijs in onze dorpen kunnen behouden. Hier mogen we best trots op zijn!” (Marcel Vereijken, voorzitter medezeggenschapsraad/ouder CBS Klimop in Wirdum)

Besturenfusie

De positieve ervaring met de scholenfusies maakt dat de besturen de samenwerking nu ook verder willen intensiveren. Een besturenfusie zit in de pijplijn. Al eerder werd daarover gesproken. Toen de regionale schoolbesturen en het bestuur van de kinderopvangorganisatie enkele jaren geleden samen zochten naar oplossingen bij krimp, lieten ze onderzoek doen naar de beste invulling voor bestuurlijke samenwerking. De conclusie was helder: “Er was maar één oplossing die écht zou bijdragen aan de oplossing: een besturenfusie.” Maar daarvoor bleek de tijd niet rijp. De weerstand bij de besturen was te groot. Waar dat door kwam? “Toch weer door het verschil tussen openbaar en christelijk onderwijs.”
Inmiddels is er veel veranderd. Beide besturen hebben positieve ervaringen opgedaan in Stedum en Wirdum/Garrelsweer. Bovendien is het urgentiebesef verder toegenomen. En niet in de laatste plaats: de besturen beseffen dat de obstakels waarop ze bij de scholenfusies stuitten, een stuk makkelijker op te lossen waren geweest als er al een besturenfusie had plaatsgevonden.

Bijzonder leuk!

Toch heeft Henderikse geen spijt van de afgelegde route. “Ons uitgangspunt is dat er in de eerste plaats goede dingen voor de kinderen gebeuren. Dat we scholen in stand houden die kwaliteit leveren en waar het prettig werken is. Als we indertijd onze aandacht hadden gericht op een bestuurlijke fusie had dat alle energie opgeslurpt.” Het risico had bestaan dat de scholen het dan niet hadden gered. “Pas als je het onderwijs op de rails hebt, kun je je energie aanwenden voor het bestuurlijke proces.” En daarvoor lijkt de tijd nu rijp. Op weg naar een samenwerkingsbestuur waaronder openbare, christelijke én samenwerkingsscholen vallen. Dat is heel bijzonder. “En bijzonder leuk!” lacht Henderikse.

Meer informatie

De Groningse fusieprocessen worden begeleid door Mariët Schilperoort van B&T. Wilt u weten in hoeverre vrijwillig fuseren een oplossing kan zijn in uw situatie, aarzel dan niet om contact met haar op te nemen.

Gratis download: white paper samenwerkingsvormen

Samenwerking kent vele vormen en gradaties. Daarover publiceerden we recent een white paper: ‘Vrijblijvend of onverbrekelijk. White paper over samenwerkingsvormen in het onderwijs.’ Hierin leest u ook meer over de Fusietoets en de rol van goed bestuur en medezeggenschap.

Oók interessant

Voor (aanstaande) samenwerkingspartners ontwikkelde B&T een praktische ambitiekaart: ‘Samenwerken in regionale en lokale jeugdvoorzieningen’.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.