Kans voor de toekomst

Zeeuws-Vlaanderen werkt hard aan herinrichting onderwijs

Bestuurders Gertjan van der Brugge (mbo) en Anton du Pont (vmbo) kennen elkaar goed. Ze zitten regelmatig samen aan tafel. In gesprek over de herinrichting van het vmbo en mbo in Zeeuws-Vlaanderen. Geen geringe opgave. Teruglopende leerlingenaantallen, de herinrichting van het vmbo, de nieuwe kwalificatiedossiers in het mbo… de uitdagingen waarvoor beide bestuurders staan, zijn groot.

Zeeuws-Vlaanderen. Het meest zuidelijke deel van Zeeland. Een uitgestrekt en dunbevolkt gebied, dat bovendien kampt met sterke bevolkingskrimp. “De vijver waaruit we vissen wordt steeds kleiner”, zegt Anton du Pont, voorzitter college van bestuur van Stedelijke Scholengemeenschap De Rede. “Op termijn rekenen we op een daling van het aantal studenten met 15 tot 20 procent”, vult Gertjan van der Brugge, lid college van bestuur van Scalda, aan. Hun grootste zorg is dat het op een gegeven moment niet meer lukt een onderwijsaanbod in stand te houden dat breed, goed en betaalbaar is, dat aansluit bij wat zowel werkgevers als studenten willen en waarbij de reisafstanden en reiskosten voor de studenten aanvaardbaar zijn.

Toekomstplan

Voor het Zeeuwse onderwijs was dat in 2011 de aanleiding om de hoofden bij elkaar te steken en een toekomstplan te schrijven voor de herinrichting van het vmbo-mbo-traject voor heel Zeeland. Dat resulteerde medio 2012 in het ‘Ontwerp hoofdstructuur vmbo-mbo’. Daarna was het aan de onderwijsinstellingen zelf om regionaal, binnen dat – niet vrijblijvende – kader, het ontwerp verder in te vullen. Ton Balk begeleidde dat proces namens B&T in Zeeuws-Vlaanderen.

Onderwijs op maat

Nu, enkele jaren later, komen concrete oplossingen en antwoorden dichtbij. Dé sleutel daarvoor ligt misschien wel in het begrip ‘anders organiseren’. “Als we ons alleen zouden concentreren op krimp, zou het risico bestaan dat we de onderwijsinhoudelijke kant uit het oog verliezen”, benadrukt Gertjan van der Brugge. “Je moet beide doen en de integraliteit bewaken.”
“Het oude idee van een klas, een vak en een lokaal moet je loslaten”, zegt Ton Balk. “Leerlingen uit de 21ste eeuw passen niet in een 19de-eeuws onderwijssysteem.” Het vmbo vraagt om een nieuw pedagogisch-didactisch concept, meent ook Anton du Pont. “Ons speerpunt is: opleiden op maat. Het onderwijs was altijd gebaseerd op homogene groepen. Wij willen nu andere groepen formeren. Dat kunnen horizontale groepen zijn, maar óók verticale. Als je maar zorgt dat daarin voldoende leerlingen zitten en dat je onderwijs op maat kunt organiseren.”

De organisatie van samenwerking

Verandering van het pedagogisch-didactische concept alleen is niet toereikend. Een tweede ingrediënt voor toekomstbestendig onderwijs is zonder twijfel samenwerking. Sinds 2012 kent Zeeland daarvoor vier regiogroepen en een centrale regiegroep, onder voorzitterschap van Gertjan van der Brugge. Van der Brugge heeft, namens het mbo, ook zitting in de regiogroep Zeeuws-Vlaanderen, net als Anton du Pont en twaalf andere vertegenwoordigers van de in totaal dertien vmbo-scholen in de regio. “Voor het mbo werkt dat uitstekend”, zegt Van der Brugge, “want dertien verschillende samenwerkingstrajecten zou geen doen zijn.”

De meerwaarde van samenwerking

Met de inrichting van deze gremia is samenwerking natuurlijk niet meteen ‘geregeld’. “Het is geen kwestie van ‘op een knop drukken’”, zegt Ton Balk. “Veranderen is een proces. Je moet aan elkaar wennen, in alle opzichten, elkaars taal leren spreken.” Maar nu, een paar jaar verder, heeft dat proces veel opgeleverd, vertellen de bestuurders. “Toen we begonnen, waren wij (vmbo en mbo, red.) eigenlijk twee heel verschillende werelden. Er waren mensen in het vmbo die het verschil niet kenden tussen bol en bbl en er waren mensen in het mbo die geen idee hadden hoe het vmbo was georganiseerd”, geeft Van der Brugge toe. “Door nu samen aan het werk te gaan is er veel meer wederzijdse kennis en begrip ontstaan. Een grote winst.” “Ik zie veel meer gerichtheid naar buiten”, vult du Pont aan. “Het onderwijs was altijd naar binnen gericht. Nu zie ik steeds meer mensen, ook van de werkvloer, participeren in allerlei werkgroepen. Ik zie mensen meer contact zoeken met het bedrijfsleven en nadrukkelijker aandacht besteden aan loopbaanleren. Dus leerlingen de kans geven ervaringen op te doen door kennis van buiten naar binnen te halen of door zelf naar buiten te gaan.” Want ja, samenwerking beperkt zich niet tot het onderwijs alleen. Du Pont noemt de drie O’s: onderwijs, overheid en ondernemingen. “In feite moeten we met z’n allen samenwerkingswaarde creëren. Dat is de kunst.”

Doorlopende leerlijnen

Al vanaf 2011 zet het onderwijs in Zeeuws-Vlaanderen zich in voor doorlopende leerlijnen van vmbo naar mbo. “We hebben veel bereikt, maar de laatste stap moeten we nog zetten”, vertelt Anton du Pont. Dat heeft meerdere oorzaken. “De ontwikkelingen rondom de profielkeuze in het vmbo en de veranderingen die daar dit jaar nog in hebben plaatsgehad hebben er zeker mee te maken. Daardoor hebben we vertraging opgelopen.”
“Eerst hadden we het idee dat deze ontwikkelingen voor ons op een ongelegen moment kwamen”, vertelt Van der Brugge. “We waren eigenlijk bijna klaar met de herinrichting van het vmbo-mbo-traject. Maar toen we goed keken, bleek dat de nieuwe regelgeving ons eigenlijk heel veel kansen bood om datgene te doen wat we toch al van plan waren. En eigenlijk nog beter.” Dat geldt ook voor de recente veranderingen met betrekking tot het mbo, meent du Pont. “Kijk naar de brief van Bussemaker (d.d. 2 juni 2014, red.) waarin ze schrijft dat niveau 2 en 3 min of meer worden omgevormd tot vakopleiding en niveau 4 de doorstroom naar het mbo en hbo moet realiseren. Die past perfect in waar wij nu mee bezig zijn.” Hij noemt als voorbeeld het project Bèta-challenge, waarin leerlingen die voor een technische opleiding kiezen een leerweg vmbo-mbo wordt aangeboden die een jaar korter is en uitzicht biedt op doorstroming naar het hbo. “Met Scalda hebben we de intentie uitgesproken om alles in het werk te stellen om die doorlopende leerroute effectiever en efficiënter te laten verlopen.”

Werkgroepen

Naast de regiogroepen en regiegroep zijn er in Zeeland nog tal van werkgroepen die zich bezighouden met de herinrichting van het onderwijs. “Hun aantal groeit naarmate we meer aan de inhoud toekomen en het eind naderen”, vertelt Gertjan van der Brugge. Anton du Pont: “We staan nu op het punt dat volgend jaar de mensen uit het veld samen de onderwijsprogramma’s gaan invullen. En dat is uiteindelijk het belangrijkst: daar moet het gaan gebeuren.” Problemen verwachten de bestuurders daarmee niet. “Als je twee docenten bij elkaar brengt, zijn ze het vaak snel eens”, constateert Gertjan van der Brugge. “Ze vragen dan weleens waarom bestuurders zo lang zo moeilijk hebben gedaan.” Van der Brugge gelooft echter niet dat bestuurders onnodig moeilijk doen. “Die zijn ook met reële problemen bezig. Denk bijvoorbeeld bij samenwerking aan de verantwoording naar de inspectie of de verslaglegging door de accountant. Daar maken docenten zich minder druk over. En dat is maar goed ook.”
Samenwerking op het hoogste niveau is cruciaal, vindt ook Ton Balk. “De bestuurders nemen de uiteindelijke beslissingen. Als samenwerking op een lager niveau wordt geïnitieerd, loop je het risico dat die op een hoger niveau weer wordt geblokkeerd.” Anton du Pont is het daarmee eens: “Als er op het hoogste niveau geen commitment is, wordt het heel lastig.”

Kansen

In Zeeuws-Vlaanderen is het commitment echter groot. “We weten dat we allemaal met dezelfde problemen kampen,” legt Gertjan van der Brugge uit, “en er is een groot onderling respect.” “Ook belangrijk”, benadrukt Anton du Pont, “is dat we over het belang van de eigen school heen kunnen kijken. Daar word ik in Zeeuws-Vlaanderen wel warm van.” Verder zijn partijen erin geslaagd een goede balans te vinden tussen de inhoud en de randvoorwaarden. “Begin met de inhoud, de leerling, een visie”, zegt du Pont, “en laat de vorm even liggen. Doe het niet andersom.” Ten slotte is iedereen ervan doordrongen hoe belangrijk de samenwerking is voor de toekomst van het Zeeuwse onderwijs. Ton Balk kan het niet genoeg benadrukken: “Je hebt nu een kans om het onderwijs van 2025 in te richten. Een kans om te veranderen. Laat die kans niet liggen.”

Gratis modellen voor de herinrichting

De beroepsgerichte programma’s in het vmbo staan voor een ingrijpende vernieuwing. De kaders waarbinnen die vernieuwing moet plaatsvinden liggen vast, maar daarbinnen bestaat ruimte voor uw eigen invulling. Hoe pakt u dat aan? B&T ontwikkelde een set flexibele modellen om vmbo-instellingen daarbij houvast te bieden. Ze staan in het rapport Naar een toekomstbestendig vmbo. Modellen voor de herinrichting van het curriculum.

Contact

Met vragen of voor een vrijblijvend gesprek kunt u contact opnemen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.