Onderwijs aan nieuwkomers

Een uitdaging tot krachtenbundeling

In 2015 werden er in Nederland ruim 58.000 asielaanvragen gedaan. Ook in 2016 houdt de toestroom van vluchtelingen aan. Veel van de nieuwkomers zijn kinderen en naar verwachting neemt het aandeel kinderen de komende tijd nog verder toe. Het zijn kinderen die vanaf hun aankomst in Nederland leerplichtig zijn. En niet alleen dat. Het recht op onderwijs maakt deel uit van de internationale mensenrechten. De verantwoordelijkheid voor het bieden van onderwijs rust in belangrijke mate op de schouders van scholen en hun besturen. Alleen gezamenlijk kan daaraan een goede invulling worden gegeven.

Dit jaar worden er tussen de 60.000 en 94.000 asielzoekers in Nederland verwacht. Circa 10% van de vluchtelingen heeft de primair-onderwijsleeftijd en 10% de voortgezet-onderwijsleeftijd. Vanaf het moment dat de kinderen in Nederland aankomen, zijn ze leerplichtig. In opvanglocaties wordt daarom gewerkt aan basale vormen van onderwijs, in asielzoekerscentra krijgen de kinderen vervolgens onderwijs op een azc-school en wanneer zij als statushouder in een gemeente worden gehuisvest kan het onderwijs aan deze kinderen structureel vorm krijgen.

Uitdagingen

Het onderwijs aan nieuwkomers kent talloze uitdagingen. Denk bijvoorbeeld aan de diversiteit van de leerlingendoelgroep, het waarborgen van doorgaande ontwikkeling ondanks de vele verplaatsingen/verhuizingen, het vinden van geschikt lesmateriaal en voldoende bekwaam personeel, de ontwikkeling van expertise en ga zo maar door. Deze uitdagingen vragen veel van onderwijsgevenden, leidinggevenden en de interne en externe zorgstructuur op scholen.

Ook de bekostiging vormt voor veel besturen een uitdaging. Onderwijsbesturen kunnen aanspraak maken op aanvullende bekostiging. Die bestaat uit verschillende elementen en geldt voor leerlingen die maximaal een jaar op een Nederlandse school staan ingeschreven. Met de beschikbare maatwerkbekostiging is het in het primair onderwijs mogelijk om op jaarbasis tot € 9.000 per leerling bekostigd te krijgen, in het voortgezet onderwijs is dit maximaal € 11.000. De bekostigingsstructuur is echter relatief complex en het is lastig om met de onvoorspelbare instroom van leerlingen en de extra begeleiding die nodig is, dekkende bekostiging te realiseren.

Rollen en verantwoordelijkheden

Naast de onderwijsbesturen die verantwoordelijk zijn voor het verzorgen van onderwijs aan vluchtelingenkinderen, zijn verschillen partijen betrokken. Gemeenten zijn een belangrijke partner, vanuit hun verantwoordelijkheden op het gebied van leerplicht, onderwijshuisvesting, eerste inrichting, leerlingenvervoer, jeugdhulp en voor- en vroegschoolse educatie. Ook de samenwerkingsverbanden Passend Onderwijs kunnen uiteraard een rol spelen bij het vormgeven en organiseren van een regionale aanpak.

Gezamenlijke aanpak

Het precieze aantal nieuwkomers dat Nederland dit jaar en daarna kan verwachten, is niet goed te voorspellen. Duidelijk is wel, dat we de komende jaren voor de pittige opdracht staan om deze grote aantallen kinderen een goede plek en een goede basis voor de toekomst te bieden. Een opdracht die we alleen in gezamenlijkheid kunnen realiseren. Het is daarom raadzaam om samen binnen een dorp, stad of regio tot een gemeenschappelijke visie en aanpak van het onderwijs aan nieuwkomers te komen. Een breed ondertekend convenant, waarin rollen, verantwoordelijkheden en procedures worden vastgelegd, kan helpen om hieraan vorm te geven.

Een gezamenlijke aanpak start met een visie op het onderwijs aan nieuwkomers. Daarbij dienen keuzes gemaakt te worden ten aanzien van onder andere een centrale of decentrale organisatie en een curatieve of preventieve aanpak. Vragen die aan de orde dienen te komen zijn bijvoorbeeld:

  • Kiezen we voor een centrale voorziening in de stad of regio, waarin expertise gebundeld en verder ontwikkeld kan worden? Of kiezen we voor thuisnabij onderwijs met een beperkter aanbod op de school van aanmelding of per gemeente of bestuur?
  • Welke afspraken maken we over het delen en ontwikkelen van expertise ten aanzien van dit type onderwijs en het reguleren van de plaatsing van nieuwkomers?
  • Stromen leerlingen na een jaar uit naar het regulier onderwijs? Of kiezen we voor een langduriger aanbod met extra aandacht voor het aanleren van de Nederlandse taal en burgerschap?
  • Hoe geven we gestalte aan (de ontwikkeling van) doorgaande leerlijnen VVE-PO-VO en de verbinding tussen de inzet van (jeugd)hulp rondom deze gezinnen en het onderwijs.

Hoe zit het en wat betekent het?

Het zijn essentiële vragen om te beantwoorden voor een goede inrichting van het onderwijs aan nieuwkomers. B&T verzamelde de belangrijkste informatie en maakte er een poster van.

Meer weten?

Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u graag met ons in gesprek over uw uitdagingen? Neem gerust contact op met Martine Fuite van B&T.

B&T organisatieadvies maakt met enkele adviseurs deel uit van de expertpool van de PO-Raad en LOWAN, waar scholen terechtkunnen met hun vragen over onderwijs aan nieuwkomers. De specialisten in deze pool begeleiden scholen en onderwijsbesturen bij vragen rondom bijvoorbeeld de realisatie van een dekkende bekostiging en het ontwikkelen van een regionale visie in samenwerking met andere besturen, samenwerkingsverbanden en gemeenten.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.