“Ook een zwakke school kan excelleren”

Ruimte voor ambities

“Excelleren heeft niet per se iets te maken met een gemiddeld hoog resultaat voor het centraal examen. Als je wilt weten of een school excelleert, moet je veel breder kijken dan het vaste curriculum en de cijferresultaten.” Aan het woord is Lex Veldhuizen, die onlangs zijn functie als rector van de locatie Romero van het Tabor College verruilde voor het adviseurschap bij B&T. “Leerlingen laat je excelleren door enerzijds scherp in te zetten op hun behoeften en anderzijds op hun talenten.”

Natuurlijk weet Lex Veldhuizen wel dat hij niet om het oordeel van de inspectie heen kan. Heel goed zelfs. Het VWO van Oscar Romero kreeg enkele jaren geleden het predicaat ‘zwak’ van de inspectie. “Je moet je er in het onderwijs nu eenmaal altijd van bewust zijn dat je op een gegeven moment ook door externen de maat wordt genomen. Zolang het toezichtkader van de inspectie is wat het is, heb je je er gewoon aan te houden. Dat neemt echter niet weg dat ik er altijd naar streef het maximale uit leerlingen te halen. Op vele gebieden. Ik durf zelfs te veronderstellen dat ook een school die hard werkt om van het predicaat ‘zwak’ af te komen, tegelijk kan excelleren.”

Ambities en verlangens

Natuurlijk startte het VWO van Oscar Romero na het negatieve inspectieoordeel een verbetertraject. Zo werd het toelatingsbeleid aangescherpt, werd de manier van toetsen aangepast en werd er geïnvesteerd in extra ondersteuning voor leerlingen die meer moeite hebben met leren. Ook ging de school met de docenten en secties in gesprek over de opbrengsten op docenten- en sectieniveau. “Wat leveren jouw en onze inspanningen nu precies op? Zo’n vraag leidt al snel tot een gesprek over de wijze van werken in de klas en dan kun je in goed overleg reële doelen proberen af te spreken die uiteindelijk leiden tot een hoger rendement. Daarnaast levert het heel boeiende gesprekken op. Gesprekken die op de werkvloer ook zeer worden gewaardeerd”, vertelt Lex Veldhuizen.
“Ook ik vind dat elke school de basis op orde moet hebben. Maar daarnaast kun je met leerlingen nog steeds heel bijzondere dingen doen die aansluiten op hun ambities en verlangens. Als de kinderen die nu onderwijs volgen geen ambities en verlangens meer zouden hebben, zou dat een buitengewoon slechte zaak zijn. En net zo erg zou het zijn als kinderen die ambities en verlangens wel hebben, maar op scholen zitten die hen niet helpen om die ambities en verlangens te realiseren.”

Talenten

Aan ambities en verlangens biedt Oscar Romero dan ook veel ruimte. Talentbegeleiding is op de school al jaren een bekend begrip. Niet alleen voor kinderen die uitblinken op sportief gebied – de school is een LOOT-school – maar ook op andere gebieden. “Die LOOT-school vonden we zo’n mooi initiatief dat we dat breder hebben getrokken en ook kinderen die op andere vlakken uitblinken, zoals in de kunst of literatuur, speciale ondersteuning bieden. Zo bied je kinderen de mogelijkheid om buiten de schoolmuren ervaringen op te doen die we binnen de school niet kunnen bieden.” Terwijl het bij de LOOT-leerlingen om een selecte groep gaat, gaat het bij talentbegeleiding op Oscar Romero om een heel grote groep kinderen. “Talenten herkennen, erkennen, koesteren en stimuleren: daar gaat het om.”

Inspiratie

En dat stimuleren? Dat doe je niet alleen door concrete talentbegeleidingsprogramma’s. De docenten en het schoolklimaat zijn daarvoor ook belangrijk. “Kinderen moeten in de schoolomgeving geïnspireerd worden. Die inspiratie kunnen ze bijvoorbeeld halen uit de verhalen van docenten, die niet alleen de lesstof overdragen, maar ook vertellen waarmee ze verder bezig zijn.” De schoolleiding moet daarvoor het juiste klimaat creëren. “Een klimaat waarin docenten de gelegenheid hebben om ook hún ambities te realiseren.” Om die reden gaat Oscar Romero bijvoorbeeld welwillend om met scholingsverzoeken van docenten. “Soms vraag je je af wat de toegevoegde waarde voor de organisatie is van een bepaalde scholing of cursus, maar als je wat langer in gesprek gaat met de betreffende docent, ontdek je zijn drive en vaak ontdek je dan ook wel bepaalde raakvlakken tussen enerzijds de ambities van de docent en anderzijds die van de school en de leerlingen. Als je ook niet zo voor de hand liggende scholingsverzoeken honoreert, kun je docenten soms vleugels geven.”
De professionele ontwikkeling van docenten is enorm belangrijk, meent Lex Veldhuizen. Om die reden zet Oscar Romero ook sterk in op de interne ontsluiting van expertise door de ontwikkeling van de zogenoemde Tabor Academy. “Toegang hebben tot alle kennis binnen een organisatie is geen vanzelfsprekendheid. Je moet de kennis en behoeften in kaart brengen en de koppeling organiseren. Daar komt heel wat bij kijken, maar het betekent een enorme verrijking voor de organisatie.”

Brede basis

Naast de ruimte die Oscar Romero biedt aan talenten, investeert de school ook veel in leerlingen die wat meer ondersteuning nodig hebben en voert ze een soepel toelatingsbeleid. “De excellentie van Oscar Romero zit hem er ook in dat ze veel kinderen op een hoger plan weet te krijgen. De school kent heel hoge opstroompercentages. Dankzij intensieve ondersteuning en inzet van het team verlaten veel kinderen de school met een hoger diploma dan het advies waarmee ze binnenkwamen.” Het soepele toelatingsbeleid laat zien dat de eindexamenresultaten voor Oscar Romero niet zaligmakend zijn.
Dat blijkt ook uit de keuze voor verplichtstelling van een extra eindexamenvak voor alle leerlingen. “Wat is de meerwaarde om uiteindelijk gemiddeld voor een bepaald vak een half punt hoger uit te komen? Laat de kinderen een extra vak doen. Dat maakt de opleiding wat zwaarder, maar geeft de kinderen ook een bredere basis en vergroot de mogelijkheden op een vervolgopleiding. Bijkomend voordeel is dat ook de slaagkans toeneemt. Kinderen krijgen hiermee immers wat speelruimte.”

Brede blik

Oscar Romero heeft een brede blik en kijkt dus verder dan het vaste curriculum en de cijferresultaten. “Er wordt weleens een beeld geschetst dat alles is dichtgetimmerd, maar als je een school goed op orde hebt, zijn er heel veel mogelijkheden om ook dingen buiten het curriculum voor leerlingen en medewerkers te organiseren.” Dan moet een school echter wel oog hebben voor de kansen die er op haar pad komen, benadrukt Lex Veldhuizen. “Binnen Tabor hadden we altijd als uitgangspunt dat we onszelf, als zich een kans voordoet, eerst de vraag stelden of we het georganiseerd kregen. Pas daarna stelden we onszelf de vraag of het wel mocht. Veel onderwijsinstellingen stellen zichzelf eerst de tweede vraag en laten daardoor veel kansen lopen.”

Meer weten?

Lex Veldhuizen trad in november in dienst van B&T en wil als adviseur nu graag andere scholen verder helpen. “Ik ben bijna twintig jaar schoolleider geweest op vijf verschillende scholen. De kennis en ervaring die ik daarmee heb opgedaan wil ik graag delen. Uit ervaring weet ik wel wat adviseurs voor onderwijsorganisaties kunnen betekenen. Veel. Zeker bij B&T. Want de lat ligt hier heel hoog. Spannend en inspirerend.” Wilt u kennismaken met Lex Veldhuizen of meer weten over zijn visie op excelleren? Neem dan gerust contact op.

Heeft u vragen of suggesties over (leren) excelleren. Neemt u dan  contact op met Hans van Willegen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.