Regionale mobiliteit: een antwoord op krimp

"Regeren is vooruitzien"

Niet alleen de periferie, maar vrijwel heel Nederland krijgt de komende jaren te maken met bevolkingskrimp. Voor het onderwijs betekent dat in de eerste plaats: dalende leerlingenaantallen. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de bekostiging en de werkgelegenheid. Samenwerking en personeelsmobiliteit kunnen wellicht een antwoord bieden, denken bestuurders Henk Mackloet (SPCO Groene Hart) en Wil Ellenbroek (KPOA Amersfoort).

Dat krimp ook in Midden-Nederland een thema is geworden, blijkt tijdens een bijeenkomst van PiO (Partners in Onderwijs Utrecht e.o.). Voor een volle zaal presenteert het kennis- en dienstencentrum CAOP zijn nieuwe scenariomodel. Met dit model kunnen basisscholen leerlingenprognoses en formatieramingen berekenen en zo inzicht krijgen in hun personeelsbehoefte en financiële ruimte de komende vijf jaar. Prognoses over leerlingenaantallen zijn in dit model verwerkt. Elke school ziet voor zijn eigen voedingsgebied waarmee ze de komende jaren rekening kan houden. Belangrijk, want regeren is vooruitzien. Goed voorbereide scholen zijn beter in staat hun financiële en werkgelegenheidsbeleid te managen.

Midden-Nederland

Nu zijn de krimpverwachtingen voor Midden-Nederland weliswaar niet vergelijkbaar met die van sommige andere regio’s (denk aan Noordoost-Groningen, Zeeuws Vlaanderen en Zuid-Limburg), maar ook de provincie Utrecht ontkomt er niet aan. Hoewel in de steden Utrecht en Amersfoort het aantal 4- tot 12-jarigen naar verwachting nog oploopt tot 2016, zijn er ook gemeenten die al met dalende leerlingenaantallen te maken hebben. Woerden bijvoorbeeld. Henk Mackloet, lid van het college van bestuur van SPCO Groene Hart, vertelt dat zijn scholen al met een lichte krimp geconfronteerd worden. “Tot nu toe hebben we gedwongen ontslagen kunnen voorkomen door minder personeel te benoemen dan eigenlijk zou moeten en onze klassen iets te vergroten. In die zin lopen we vooruit op de ontwikkelingen.”

Natuurlijk verloop

Op de iets langere termijn verwacht Henk Mackloet de krimp te kunnen opvangen met natuurlijk verloop. “Over enkele jaren gaan er vrij veel leerkrachten met pensioen.” Ook landelijk gezien zal de vervangingsvraag (door uitstroom van oudere leraren vanaf 2014) de werkgelegenheidsdaling grotendeels compenseren. Op regionaal, lokaal en kernenniveau zijn er echter minder zekerheden. Henk Mackloet: “Ook binnen ons gebied zijn er een paar scholen die met een wat meer dan gemiddelde daling van het leerlingenaantal te maken krijgen.”

Mobiliteit als kans

Mobiliteit geldt algemeen als een van de belangrijkste oplossingen voor de aanpak van de negatieve personele gevolgen van krimp. Maar gemakkelijk te realiseren is die niet. “Mobiliteit wordt doorgaans beschouwd als negatief en geassocieerd met boventalligheid en disfunctioneren”, licht Wil Ellenbroek, voorzitter college van bestuur van het Amersfoortse KPOA, toe. “We moeten naar een positieve benadering. We moeten mensen positief stimuleren om van werkplek te veranderen en daarvoor een intrinsieke motivatie kweken. Mobiliteit is geen straf maar een kans. Als ik daarover met een medewerker in gesprek ga, dan betekent dat niet dat ik ontevreden over hem ben, maar dat ik met hem in gesprek wil over zijn ontwikkeling.”

Positieve boost

Henk Mackloet herkent dat goed. De afgelopen jaren heeft hij ook bij zijn mensen de weerstand tegen interne mobiliteit ervaren. “Wij hebben in onze communicatie toen sterk ingezet op het bepleiten van de noodzaak en we hebben mensen gestimuleerd om zich te melden bij ons eigen mobiliteitscentrum. Daar hebben we verschillende matches kunnen maken.” Dat resulteerde er niet alleen in dat gedwongen ontslagen werden voorkomen. “Nu blijkt dat de interne mobiliteit ook een positieve boost heeft gegeven aan de ontwikkeling van medewerkers. Vooraf zagen ze vaak veel beren op de weg, maar nu zegt bijna iedereen dat ‘het goed is geweest’. Mensen hebben een nieuw elan gevonden, nieuwe impulsen gekregen en gaan vaak met nog meer plezier naar hun werk. Dat zijn de onbedoelde positieve effecten.” Die ontwikkeling wil SPCO Groene Hart actief verspreiden binnen de organisatie. “We gaan erover publiceren in ons personeelsblad.” Wil Ellenbroek voegt toe dat bijvoorbeeld ook tijdelijke stages en detacheringen op andere scholen de mobiliteit van leerkrachten kunnen stimuleren.

Regionaal personeelscentrum

Wil het onderwijs de gevolgen van krimp effectief het hoofd bieden, dan lijkt regionale samenwerking daaraan een belangrijke bijdrage te kunnen leveren. Vanwege het regionale karakter van de krimpproblematiek en de soms ingrijpende gevolgen voor specifieke scholen en besturen, kunnen besturen op eigen houtje soms onvoldoende uitrichten. In verscheidene regio’s hebben samenwerkende besturen al een gezamenlijk personeelscentrum, meestal bestaand uit een invalpool. Zo ook PiO (PiO Personeel). Voor het behoud van boventallig personeel kan regionale samenwerking op het gebied van personeelsmobiliteit een goede aanvulling zijn.

Elkaar helpen

“Het moet vanzelfsprekend worden dat besturen personeel van elkaar overnemen”, vindt Wil Ellenbroek. “Amersfoort krijgt de komende jaren nog te maken met groei, maar in andere gemeenten is daarvan geen sprake meer. Waarom maken we daar geen gebruik van? Want wij hebben mensen nodig! Ik denk dat je elkaar op dit gebied veel nadrukkelijker kunt helpen.”
Ook Henk Mackloet ziet de voordelen van regionale samenwerking: “Ik denk dat het een pre is als je mobiliteit regionaal kunt organiseren. We hebben de gevolgen van krimp tot nu toe wel goed in de hand, maar vanuit de gedachte ‘regeren is vooruitzien’ sta ik er wel positief tegenover om dit gezamenlijk op te pakken.” Wel tekent hij aan dat zo’n samenwerking voldoende omvang moet hebben. “Alleen als we groot genoeg zijn, kunnen we waarborgen inbrengen voor de behoefte die wij hebben aan mensen met een protestants-christelijke levensbeschouwing.”

Onderwijskwaliteit

Interbestuurlijke mobiliteit is goed voor de onderwijskwaliteit, meent Henk Mackloet. “Als je mensen geen werkplek kunt bieden, verlies je ze voor het onderwijs. Dat is een belangrijke motivatie om elkaar de hand te reiken.” Wil Ellenbroek sluit daarbij aan. “Goed werkgeversbeleid komt ten goede aan de onderwijskwaliteit, onze primaire verantwoordelijkheid. En daar is goed personeel voor nodig. Dat heeft te maken met opleiding, maar ook met het kunnen boeien en binden van mensen. Mobiliteit kan daarin een prominente rol spelen.”

Niks is onmogelijk

Regionale samenwerking gaat niet vanzelf. Wat is ervoor nodig? “In elk geval een actieve bereidheid om mee te doen en een gevoelde noodzaak om elkaar de hand te reiken”, meent Henk Mackloet. Hoewel de belangen van individuele besturen kunnen verschillen – de een heeft te maken met een daling van leerlingenaantallen, een ander misschien nog met een stijging – dient iedereen het gemeenschappelijke belang voor ogen te hebben: kwalitatief goed personeel om goed onderwijs te kunnen bieden. Dat vergt een groot onderling vertrouwen. “Vertrouwen dat je het met elkaar kunt realiseren”, zegt Wil Ellenbroek. “Dan moet je ook af en toe eens over je eigen schaduw heen springen. Dat is weleens lastig, maar niks is onmogelijk!”

Ook interessant

Op de website van het Planbureau voor de Leefomgeving staat veel informatie over demografische krimp, de ruimtelijke gevolgen en het beleid van verschillende overheden.

Meer weten?

Wilt u meer weten over krimp en de mogelijkheden van mobiliteitsbevordering en regionale, bovenbestuurlijke samenwerking? Onze adviseurs hebben in verscheidene regio’s ervaring opgedaan met effectieve oplossingen en gaan hierover graag met u in gesprek. Neemt u gerust contact op met Henk Hendriks of Hans van Willegen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.