Explainer nieuw bekostigingsmodel funderend onderwijs

De belangrijkste principes, effecten en opgaven

Het primair en voortgezet onderwijs krijgen te maken met een vereenvoudiging van de bekostiging. Deze richt zich op de lumpsumbekostiging: de bekostiging per leerling en per school. In deze explainer zetten we op een rij wat de belangrijkste principes, effecten en de daaruit volgende opgaven zijn.

In het voortgezet onderwijs gaat het nieuwe bekostigingsmodel in op 1 januari 2022, in het primair onderwijs op 1 januari 2023. De samenwerkingsverbanden passend onderwijs volgen de systematiek en timing van het primair onderwijs.

Principes

Met de invoering van het nieuwe model wil het ministerie van OCW de bekostiging duidelijker, eenvoudiger en voorspelbaarder maken. Verder wordt de omvang rechtvaardiger, in de zin dat deze beter is afgestemd op relevante kenmerken van de school en/of het bestuur. Ook neemt het nieuwe model ongewenste financiële prikkels en administratieve lasten weg.

De vereenvoudiging van de lumpsumbekostiging komt in grote lijnen neer op:

  • de materiële en personele bekostiging worden samengevoegd;
  • geen correctie meer voor de Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL);
  • geen differentiatie naar leeftijd van leerlingen;
  • de teldatum verschuift van 1 oktober naar 1 februari.

Effecten

  • Primair onderwijs: voor het leeuwendeel van de besturen blijft het herverdeeleffect beperkt tot een bandbreedte van plus of min 3 procent. Verder moeten scholen zelf dekking vinden voor hogere loonkosten als gevolg van een hoge gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand. Dit kan de financiële gezondheid van met name éénpitters bedreigen en een extra complexiteit geven in een toch al krappe arbeidsmarkt.
  • Voortgezet onderwijs: de grootste herverdeeleffecten komen voor rekening van brede scholengemeenschappen, waar de meeste categorale scholen er juist op vooruit gaan. Een mogelijk ongewenst effect kan verschraling van onderwijsaanbod zijn door sluiting van kleine afdelingen met lagere vast voet. Een positief effect kan zijn dat besturen meer nut en noodzaak zien van samenwerking.
  • Samenwerkingsverbanden: onder aan de streep verandert er niet veel voor samenwerkingsverbanden, of in de verdeling van middelen over swv’s. Technische wijzigingen doen wel een groter beroep op eigen beleid als vangnet voor het wegvallen van groeibekostiging, en scherpte op de omvang van een mogelijk overtollige reservepositie.

Opgaven

De vereenvoudiging van de bekostiging en de effecten ervan levert naar verwachting drie bestuurlijke opgaven op:

  • Er moet een nieuwe koppeling komen tussen het bestuursformatieplan (per schooljaar) en de personele bekostiging (per kalenderjaar).
  • Het wordt belangrijker om het eigen allocatie- en solidariteitsmodel te heroverwegen om (tijdelijk of structureel) de herverdeeleffecten op te vangen.
  • Het vervallen van het onderscheid tussen materiële en personele bekostiging vraagt om een bewust(er) gebruik van de grotere eigen beleidsruimte.

Meer weten?

Download de gratis explainer. Heeft u vragen? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.
Lees ook ons artikel over beleidsrijk begroten

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.