‘Bekijk onderzoek kritisch en pas het niet klakkeloos toe’

Derde bijeenkomst leergang Regie op onderwijskwaliteit

Het onderwijs staat bol van de mythes. Veel lesmethodes zijn gebaseerd op onderzoeken die bij nadere inspectie blijken te rammelen. Met die prikkelende stelling zette Pedro de Bruyckere schoolbestuurders op scherp tijdens de derde bijeenkomst van de leergang Regie op onderwijskwaliteit. Zijn boodschap: vertrouw nooit zomaar mooie cijfers. En bedenk dat geen enkele aanpak geschikt is voor iedereen.

De Bruyckere, onderzoeker en pedagoog aan de Arteveldehogeschool in Gent, adviseerde om uitkomsten van onderzoeken niet klakkeloos toepassen op je eigen praktijk: “Werk niet evidence-based, maar evidence-informed.”

De aanname dat er een ‘beste’ aanpak is die werkt voor iedereen, zie je terug in piramides: kleurrijke schema’s die in kaart brengen wat werkt. Overzichtelijk en handig als ze zijn, worden ze gretig gedeeld op internet. Vaak gaat het om uitkomsten van onderzoeken die later door anderen zijn ‘vertaald’ in piramides. “We willen graag oplossingen voor complexe problemen”, verklaart De Bruyckere. “En mensen kunnen zo’n ‘oplossing’ overtuigend brengen.” Zijn tip: check of een onderzoek deugt. En kies een aanpak die past bij jouw populatie.

The Learning Pyramid wordt momenteel bijvoorbeeld veel gedeeld via social media. Deze piramide brengt in kaart hoe leerlingen de geleerde stof het beste vasthouden. De krachtigste manier zou zijn: het uitleggen van de stof aan anderen. De Bruyckere: “Maar hoe kun je lesgeven in iets wat je nog niet beheerst?” De eerste echt wetenschappelijke studie naar het vasthouden van geleerde stof, vertelt hij, toonde in 2007 aan dat er van deze piramide niets klopt.

Maslov bedoelde het anders

Wie kent niet de behoeftehiërarchie van Maslov? Eerst moet je honger zijn gestild en moet je veilig zijn. Daarna komt de behoefte aan contact met anderen. Als dat jou waardering oplevert, kom je daarna pas toe aan zelfontplooiing. Maslov beschreef zelf eerst een hiërarchie, maar verduidelijkte later dat hij niet bedoelde dat de ene behoefte groter is dan de andere. De Bruyckere: “Maar anderen maakten hiervan een piramide. Op basis daarvan beslissen sommige ontwikkelingswerkers om nog geen onderwijs voor kinderen te regelen omdat er eerst onderdak en andere zaken moeten komen.”

Bestaan leerstijlen wel?

Luister goed naar onderzoekers, ook na afloop van hun onderzoek. Want soms komen zij door voortschrijdend inzicht op bepaalde conclusies terug. Zo noemt Howard Gardner, bedenker van de meervoudige intelligentie, deze theorie nu ‘achterhaald’. Hij vindt dat scholen zijn intelligenties verwarren met leerstijlen en zegt dat leerstijlen sowieso een problematisch begrip vormen voor het onderwijs. Dat is De Bruyckere met hem eens: “Het is niet aangetoond dat leerstijlen überhaupt bestaan.”

Rustpunt bij stress

De relatie tussen welbevinden en leren blijkt complex. Welbevinden leidt niet per se tot leren. Stress kan anderzijds wel het leren hinderen. Jonge kinderen die thuis veel stress meemaken, kunnen daardoor zelfs ontwikkelingsachterstand oplopen. Uit Vlaams onderzoek blijkt dat de thuissituatie de grootste invloed heeft op hoe jongeren zich voelen. Thuis scoort daarbij hoger dan school, vrienden en social media. Betekent dit dat de school weinig kan betekenen voor gestresste leerlingen? Nee, zegt De Bruyckere: “De school kan voor hen juist een belangrijk rustpunt zijn, en leren niet alleen nuttig maar ook een welkome afleiding.”

Uitgebreid onderzoek samen met collega’s deed De Bruyckere inzien dat er nog iets anders niet klopt: dat je door het ene te leren, automatisch beter wordt in het andere. Door te leren programmeren zou je beter worden in wiskunde. En hoe beter je bent in Latijn, hoe beter in andere talen. Zo werkt het niet, zegt hij. Ook het effect van coding clubs op computational thinking lijkt niet te bestaan. “Wat daar wél effect op heeft, is het leren van algebra. En in het algemeen beter presteren op school: dan presteer je ook beter bij computational thinking.”

12th century skills

Kijk kritisch naar trends en ontwikkelingen, propageert De Bruyckere. Zelf noemt hij de momenteel toonaangevende 21th century skills enigszins spottend 12th century skills. “Voeg het woord ‘digitaal’ toe en je krijgt net zo’n rijtje. Destijds was samenwerking óók belangrijk.” Een recente discussie is trouwens of sommige van deze ‘skills’, zoals creativiteit en flexibiliteit, niet eerder persoonskenmerken zijn, en daardoor moeilijk aan te leren.

Kleine kleuterklassen

Wat werkt wél? Gebruik betrouwbaar wetenschappelijk onderzoek, raadt De Bruyckere aan. Er is bijvoorbeeld veel nuttig onderzoek gedaan naar onderwijs aan jonge kinderen. Bij deze leeftijdsgroep geldt: vroeg investeren loont, en hoe kleiner de klassen, hoe groter het effect, ook op langere termijn. Deze klassen zijn heel divers en in kleinere groepen kun je daar beter op inspelen. We weten ook dat bij jonge kinderen met een lage sociaal-economische status de aanpak growth mindset veel effect heeft. De Bruyckere: “Verder staat vast dat gespreid over een week anderhalf uur leren in de kleuterklas enorm effect kan hebben. En nee, dat hoeft niet per se op een schoolse manier.”

Onderzoek van J. Donohoo (2017) wijst ook uit dat een school veel krachtiger wordt wanneer het team het onderwijs en de pedagogische benadering samen goed oppakt. Wat daarbij helpt:

  • Leraren worden betrokken bij de beslissingen op school, vooral op educatief en pedagogisch vlak.
  • Leraren zijn op de hoogte van elkaars werk, leren van elkaar en groeien zo naar elkaar toe.
  • Het team heeft een gezamenlijke visie. Het belangrijkste is dat er een gezamenlijke visie is, niet hoe deze er uitziet.
  • Het team bouwt ‘repertoire’ op, op het terrein van inhoud en aanpak. Door middel van collegiale visitatie gaan mensen het effect van hun handelen zien.
  • Het team is het samen eens over de onderwijsdoelen.
  • Schoolleider en bestuurders doen aan responsief leiderschap. Ze observeren, luisteren naar iedereen, laten genoeg ruimte en weten wat het team aankan. Ze grijpen op tijd in en leggen dan uit waarom ze dit nodig vinden.

Wat werkt bij jou?

Zet in op wat kan werken in jouw situatie, adviseert De Bruyckere. Weeg af wat het verwachte effect van een vernieuwing is, wat de kosten zullen zijn en hoe het zit met de personele consequenties. Het onderwijs mag voor flinke uitdagingen staan, maar we hebben een prachtig en belangrijk beroep, onderstreepte De Bruyckere. “Onderwijs helpt kinderen om een gezonder en gelukkiger leven te leiden. Daarom zijn onderwijsbanen ook banen met toekomst. De leraar kan niet worden vervangen door een robot, juist vanwege het menselijke element in dit werk: het zien van en geloven in kinderen.”

Meer informatie over regie op onderwijskwaliteit:

https://www.poraad.nl/themas/onderwijskwaliteit/regie-op-onderwijskwaliteit

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.