B&T helpt ZAAM bij ontwikkeling auditsystematiek

‘We doen het vooral om onze leerlingen goed onderwijs te geven’

Om ZAAM, een stichting met 23 VO-scholen in en om Amsterdam, te helpen de kwaliteit van het onderwijs verder te verbeteren, heeft B&T een interne auditsystematiek ontwikkeld. Met een auditprotocol, een training van het auditorenteam en de uitvoering van twee pilots. “We hebben nu een compleet arsenaal aan instrumenten dat zicht biedt op de onderwijskwaliteit.”

“Wij hebben binnen ZAAM heel duidelijk geformuleerd wat we onder goed onderwijs verstaan”, begint manager Onderwijs & Kwaliteit Pim van den Berg. “Dan is vervolgens de vraag hoe je daar zicht en grip op krijgt. Daar heb je verschillende instrumenten voor nodig. We werkten al met zelfevaluaties, maar die zijn heel intern gericht. We hadden nu behoefte aan een instrument dat de normen van de onderwijsinspectie als basis neemt. Zo kwamen we bij audits uit.”

Auditprotocol

Omdat B&T eerder betrokken is geweest bij de ontwikkeling van hun kwaliteitszorgsysteem, was het logisch weer bij hen aan te kloppen. Senior adviseurs Nienke Pol en Remco van der Dussen zijn begonnen met het opstellen van een auditprotocol. Van der Dussen: “Daarin leg je onder meer vast waar het auditteam naar gaat kijken, welke kennis ze nodig hebben, hoe ze gaan normeren, wat het van de organisatie vraagt en hoe je een rapportage schrijft. Een volgende stap was het trainen van de auditoren. En daarna hebben we met dat team twee pilotaudits gedaan.”

Kwaliteitssysteem op orde

Bij het opstellen van het auditprotocol golden er drie uitgangspunten, aldus Pim van den Berg. “Allereerst wilden we natuurlijk kijken of het onderwijs op onze scholen voldoet aan de kwaliteitsstandaarden. Niet alleen aan die van de inspectie, we hebben ook eigen kwaliteitseisen geformuleerd. Verder wilden we weten hoe de scholen werken aan de strategische doelen van ZAAM. Tot slot, en dat is heel belangrijk, willen we er met deze auditsystematiek voor zorgen dat we samen met de scholen al in de voorbereiding van hun school- en jaarplannen kijken of ze hun kwaliteitssysteem op orde hebben.”

Oordeelloos observeren

Het auditorenteam dat B&T heeft opgeleid, bestaat uit tien schoolleiders en afdelingsleiders. In de korte maar intensieve training lag de nadruk op het auditprotocol en de organisatie daaromheen. “Maar ook op oordeelloos observeren, wat noodzakelijk maar zeker niet makkelijk is”, zegt Pim van den Berg. “Met dit team hebben we de twee pilotaudits gedaan, waarbij B&T betrokken was in de rol van voorzitter en secretaris. Dat is heel goed bevallen, want dit gaf een gevoel van objectiviteit. Het zijn toch vreemde ogen die dwingen. Maar ook de check op de vaardigheden van de auditoren is waardevol. En het was natuurlijk fijn dat ze als secretaris de rapportage voor hun rekening namen.”

Compleet arsenaal

Het project krijgt volgend schooljaar een vervolg als het auditorenteam ook de andere scholen van ZAAM onder de loep neemt. Van den Berg: “We hebben de pilots en het proces geëvalueerd met het team en andere betrokkenen en we zijn heel positief. De rapportages geven een goed beeld van de onderwijskwaliteit op de betreffende scholen. We zijn ervan overtuigd dat we met de zelfevaluaties en de audits een compleet arsenaal aan instrumenten hebben om de scholen goed zicht te bieden op de kwaliteit. Overigens zetten we hiervoor ook nog andere middelen in, zoals onze reguliere tevredenheidsonderzoeken en data-analyses.”

Verbeterplannen

Zicht is één, grip is twee. Dat is een volgende stap in de ontwikkeling van de kwaliteitszorg binnen ZAAM. “Als je in beeld hebt waar verbetering mogelijk is, kun je gericht verbeterplannen opstellen”, zegt Pim. “En die ook uitvoeren, natuurlijk. Dat hebben sommige scholen al gedaan naar aanleiding van inspectiebezoeken, dus we hebben er enige ervaring mee. Maar we hebben het nog niet gedaan naar aanleiding van deze audits. Dat stuk moeten we verder ontwikkelen.”

Van voldoende naar goed

Een andere ontwikkeling heeft te maken met de eigen kwaliteitseisen, aldus Van den Berg. “De focus ligt nog heel erg op de basiskwaliteit. Nu we dat op orde hebben, willen we richting de toekomst meer de blik richten op de eigen ambities. Om de scholen van voldoende naar goed te brengen. Vooral omdat we het zelf willen, maar ook omdat de inspectie ons als bestuur steeds nadrukkelijker aanspreekt op onderwijskwaliteit.”

Kwaliteitscultuur

“Ik ben ervan overtuigd dat de audits als vliegwiel kunnen dienen voor de kwaliteitscultuur binnen ZAAM”, gaat hij verder. “Van deelname aan een auditorenteam gaat een sterk zelflerend vermogen uit. De auditoren leren veel van hoe het op andere scholen toegaat en nemen dat mee naar hun eigen schoolpraktijk. In dat licht willen we er ook naar toe dat we de rapportages van de audits delen binnen de organisatie. Om het leren van elkaar te stimuleren.”

Ontwikkelingsgericht

Bestuursvoorzitter Barbara Dijkgraaf is hier ook voorstander van en wijst er op dat dit om zorgvuldigheid vraagt. “Met de auditsystematiek willen we bijdragen aan een lerende cultuur binnen ZAAM. Het is belangrijk om met elkaar een open gesprek over kwetsbaarheden en verbeterpunten te voeren, en dat moet zeker niet te vrijblijvend zijn, maar we moeten niet op de stoel van de inspectie gaan zitten. We willen de audits ontwikkelingsgericht inzetten om met elkaar verder te komen. Tegelijkertijd willen we ze benutten om duidelijk te krijgen hoe de onderwijskwaliteit ervoor staat; dat vergt een zekere balans.”

Goede gesprek

Dijkgraaf is blij dat de auditsystematiek er nu is en ze kijkt positief terug op het verloop van het proces. “Met Nienke en Remco hadden we twee mensen in huis die weten hoe het werkt en ook snappen wat de gevoeligheden binnen de scholengroep zijn. Ze hebben ons geholpen om intern het goede gesprek over kwaliteit te voeren en om scherp te krijgen hoe je je visie op goed onderwijs operationeel maakt. Hoe maak je dat meetbaar en merkbaar in je eigen school, in je eigen organisatie? Ook wisten ze ons steeds op het juiste spoor te houden.”

Goed onderwijs

De bestuursvoorzitter vervolgt: “Een paar jaar geleden was er nog geen sprake van bovenschoolse kwaliteitszorg. Dus ook het gesprek over wat we verstaan onder goed onderwijs werd eigenlijk niet of onvoldoende gevoerd. Ik ben heel tevreden met waar we inmiddels zijn. En we werken nog verder aan een cultuur van openheid en transparantie, waarin we alles met elkaar uitwisselen. Het feit dat de inspectie ons als bestuur verantwoordelijk stelt voor de kwaliteit is zeker reden om hierin stappen te zetten. Maar ik wil benadrukken dat we handelen omdat we het zelf belangrijk vinden om goed onderwijs te geven aan al onze leerlingen in die prachtige, uitdagende stad Amsterdam. Dat staat voorop.”

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.